Harz wintersport

Wintersport

Voor enthousiaste trekkers is het toch wel een beetje raar. Maar voor onze wintersport reizen we al vanaf 1986 heel vaak naar de Harz. En dan altijd naar hetzelfde plaatsje. Raadpleging van de familie-archieven heeft zelfs uitgewezen dat vanaf 1985 altijd iemand van de familie de wintersport daar heeft doorgebracht.

Wat is er nu zo aantrekkelijk aan de Harz? Dat is een combinatie van factoren. Ten eerste is het niet zo ver weg. Voor ons is het inclusief een lange pauze hooguit vijf uur rijden. Verder is de route zelfs in het wintersport-hoogseizoen vrijwel filevrij. Vergelijk dat maar eens met de traditionele wintersportgebieden. Sneeuwzeker ben je in de Harz weliswaar niet, maar tot nu toe hebben we slechts 2 tot 3 keer absoluut geen sneeuw gehad en een stuk of 4, 5 keer dat we slechts een beperkte tijd konden langlaufen. Langlaufen ja, want skiën stelt hier niet veel voor, het langlaufen echter des te meer. En tenslotte, ook in het hoogseizoen is het buiten het weekend erg rustig in de Harz.

De ontdekking van de Harz als wintersportgebied stamt uit 1985 toen de ouders van Marjan in de paasvakantie de langlauflatten hadden meegenomen onder het motto "je weet maar nooit". Er lag nog volop sneeuw en ondanks dat ze de eerste keer volledig verdwaalden, waren ze erg enthousiast over de langlauf-mogelijkheden.

Reis

De reis naar de Harz is eigenlijk doodsimpel: rechtdoor tot Kassel, daarna linksaf, bij Northeim-Nord eraf en nou ja, dan moet je het nog eens een keer navragen, hè... We rijden altijd dwars door Dortmund, dat is efficiënter dan twee zijden van een driehoek rijden met tweemaal bijbehorend Duits invoeggedrag. Traditioneel vindt de tussenstop plaats aan de Soester Börde. Daar staat aan twee kanten een prima wegrestaurant waar de degelijke Bockwurst met frites ons zovast al in Duitse vakantiestemming brengen (of er juist vanaf helpen). Vroeger reden we vanaf Paderborn binnendoor, maar sinds de weg ten noorden van Kassel grotendeels driebaans is geworden zijn er geen fileproblemen meer en is het beter om daar langs te rijden.

Riefensbeek-Kamschlacken

Onze vaste verblijfsplaats is het dorpje Riefensbeek-Kamschlacken. Deze mond vol is eigenlijk een hele lange straat aan de weg van Osterode am Harz tot na de Sösestausee. In de dertiende eeuw waren hier al ijzerertsmijnen, later kwamen hier ook ijzersmelterijen. Vanaf eind negentiende eeuw werd het toerisme de belangrijkste inkomstenbron. Nu zie je weinig meer van die industriële aktiviteit. Riefensbeek betekent zoiets als de beek in het smalle diepe dal. Kamschlacken is de ijzerafvalberg (slak) van de "Campeshütte".

Een paar keer hebben familieleden op de camping
Am Sösestausee gestaan, wat nog onder Osterode valt. De eerste keer sliepen we bij de familie Gohlke. Na een misverstand in de reservering hebben we een paar keer in het huisje van de familie Scholze (uit Delmenhorst bij Bremen) geslapen. De laatste tien jaren verblijven we in huisjes van de familie Bündge, de eigenaar van de lokale Spar-winkel (en een stuk of wat vakantiehuisjes) in Kamschlacken. Beide eigenaren hebben inmiddels hun huizen verkocht aan de familie Braun uit Süderholz.

Ons favoriete restaurant is
Landhaus Meyer, genoemd naar de bezittende familie. Traditioneel worden zowel het begin als het einde van de vakantie hier gevierd. Ongeëvenaard is de lokale forel volgens recept van Frau Meyer en de eigengemaakte tomatensoep. Maar ook de andere gerechten (Grillhaxe op bestelling!) en natuurlijk de Hefeweizen en de witte wijn kunnen we waarderen. Het leuke is dat de zoon de zaak gaat voortzetten.

Langlaufen

Aanvankelijk namen we bijna altijd de Bruchberg-loipe. Die was erg mooi en erg geaccidenteerd. Toen die zijn naam echter toch wel erg vaak ging waarmaken (breukberg?), hebben we ons langlaufterrein regelmatig verlegd en uitgebreid. De laatste tijd is de Sonnenberg favoriet. Dit mede omdat hier een mooie en eenvoudige loipe ligt, die zowel geschikt is voor de oudjes als voor de beginnende jonkies onder ons, en een uitstekend Gasthof (Altes Forsthaus), dat als verzamelpunt kan dienen. Ook komen hier nog andere routes langs, zoals de Rundkurs Sonnenberg, de verbindings-loipe tussen Stieglitzecke en de Sonnenberg en die naar het Oderteich.

Ook een goede beginnersroute is de Ackermann-loipe, die van de Stieglitzecke naar de
Hanskühnenburg loopt. Samen met het gebied van de Sonnenberg is dit één van de meest sneeuwzekere routes. Moet je overigens niet op donderdag doen, dan is de Hanskühnenburg gesloten...

Een ander gebied onder handbereik is Torfhaus. Hier is een grote parkeerplaats en een uitgebreid loipe-stelsel naar het Oderteich, Oderbrück, Schierke en Königskrug. Op die laatste plek staat nog een gelijknamig
Waldgasthof, waar je uitstekend kunt eten. Eén van de hoogtepunten is de langzame afdaling langs de Rote Bruch vanuit de Dreieckiger Pfahl.

Als het uitbundig sneeuwt kun je ook vanaf Riefensbeek-Kamschlacken mooie tochten maken. Vroeger begon hier de rustige Grosse Mittelberg-loipe, maar die wordt tegenwoordig niet meer gespoord. De klim naar de Hanskühnenburg is erg inspannend, ook omdat je vaak zelf het spoor moet trekken, maar de afdaling is de moeite waard. Als je een chauffeur kunt regelen dan is het traject Stieglitzecke - Hanskühnenburg - Kamschlacken erg aantrekkelijk.

Als er voldoende sneeuw ligt zijn er ook leuke routes in Clausthal-Zellerfeld, Braunlage (Hasselkopf, lekker eten bij
Forellengrund), Altenau en St. Andreasberg.

Alternatieven

Als er geen sneeuw ligt, dan kun je altijd nog gaan wandelen. Er zijn hier uitgebreide wandelmogelijkheden. Vanuit Riefensbeek-Kamschlacken loop je erg mooi naar het Dammhaus, naar de Zimmermanshöhe en rond de Sösestausee.

En als het regent, dan kun je altijd nog gaan zwemmen. Osterode heeft een heel mooi
zwembad en waterparadijs. Ook de Kirchberg Therme in Bad Lauterberg is de moeite waard.

Wintersport plaatsjes

In de buurt liggen diverse wintersport plaatsjes. Tien jaar na de grote hereniging van Duitsland kon je de gevolgen in het voormalige Oostduitse deel goed zien. Huizen en dorpen werden opgeknapt en men probeerde toeristen te trekken. Weer tien jaar later kun je nu de gevolgen hiervan in het voormalige Westduitse deel zien. De voorzieningen zijn duurder en ouder geworden dan hun oostelijke tegenhangers en je ziet de welstand in de streek langzaam afnemen.

Clausthal-Zellerfeld is wat aan de grote kant, en daardoor een beetje ongezellig. Het is een echt mijnstadje, er is zelfs een lokale universiteit. Opmerkelijk is de grote houten kerk, naar verluid de grootste in zijn soort in Duitsland. Niet echt mooi, maar wel apart. Het nabijgelegen Bad Grund heeft naast een zwembad ook een heel leuk dorpskerkje.

Een ander oud mijnstadje is
St. Andreasberg. Heel gezellig, met goede kleine winkeltjes en een goed voorziene drankenwinkel. De straatjes kunnen er onverwacht steil zijn, het beste is dus je auto op tijd ergens weg te zetten en de boel te voet te verkennen. Hier is een hele goede sportzaak waarin je uitstekend wintersportartikelen kunt kopen.

Altenau is een gezellig toeristisch plaatsje met redelijke voorzieningen. De Griek is er best goed. Hier is een goede sportzaak (Jürgen Heisecke) waar je je wintersportuitrusting kunt huren.

Braunlage is een leuk plaatsje met goede voorzieningen en veel leuke winkeltjes. Alleen zijn er niet zoveel gezellige eetgelegenheden.

Het voormalig Oostduitste
Schierke wordt in hoog tempo opgeknapt en begint een heel mooi dorp te worden. Het ligt midden in een uitgestrekt langlaufgebied en aan de voet van de Brocken. Het is daarmee in theorie de meest sneeuwzekere wintersportplaats.

Torfhaus en Oderbrück bestaan eigenlijk alleen maar uit een paar restaurants. Overdag is het hier voornamelijk druk, 's avonds lijkt het me bar ongezellig.

In de omgeving

Osterode is de grote plaats in de buurt. Een stadje met een heel mooi centrum, waarin een leuk raadhuis en een leuk torentje staan. Volop winkels en een grote supermarkt aan de rand van de stad. Kortom, een prima plaats om op terug te vallen. Het zwembad is de moeite waard.

Goslar is een prachtig stadje met heel veel historie. Het is één van de oude keizersteden van het Duitse rijk, in de tijd dat er nog geen vaste hoofdstad was. Aan dit plaatsje kun je echt de hele dag besteden. De binnenstad staat vol met vakwerkhuizen en dat vind zijn bekroning op de grote markt. En als je er dan toch bent, dan kun je gelijk ook even de vele winkeltjes bekijken. Het keizerlijk paleis is wat minder interessant.

Bij Lautenthal (tussen Goslar en Clausthal Zellerfeld) hebben we één van de vele (oud-)
zilvermijnen bezocht. Heel leuk, met een treintje de mijn in. Weet je gelijk waarom de Harz zo welvarend was.

Einbeck is een ander leuk oud stadje. Zeker voor een bierliefhebber is dit een verplicht nummer, want in deze stad is het bokbier ontstaan. Maar ook voor vakwerkliefhebbers is het hier smullen geblazen.

De hoogste berg van de Harz is de Brocken. Hij is erg prominent, je kunt hem vanuit vele langlaufroutes zien, als hij tenminste niet in de wolken ligt. Op de top schijnt de kermis elk jaar groter te worden, maar bij helder weer is het uitzicht fenomenaal. Grote attractie is het stoomtreintje (nou ja treintje, zeg maar gerust trein) dat vanaf Schierke (en verder) de Brocken oprijdt. Een dure attractie, dat wel. Opmerkelijk is de kracht van die lokomotief, want het baantje is op sommige stukken behoorlijk steil.

Na de Duitse eenwording is ons bereik een stuk groter geworden. Aan het stadje Wernigerode kun je zien hoe hard er is gewerkt om het op te knappen. Je kunt heerlijk door het centrum dwalen, met allerlei oude steegjes en kronkelende straten. Overal zie je oude vakwerkhuizen. Heel leuk was het hofje rondom de Stephanskerk, net achter het beroemde raadhuis. Het slot op de top van een heuvel in de buurt is niet de moeite waard, het uitzicht daarvanaf op de stad wel.

Sterk aan Wernigerode verwant is het nog mooiere Quedlinburg. Dat bestaat eigenlijk uit twee delen. Er is een voormalig burgerlijk deel met een aardig raadhuis en een fantastisch raadhuisplein. In deze omgeving staan mooie oude opgeknapte vakwerkhuizen in soms zeer smalle straatjes. Ook zijn er nog delen van de stadsmuur met daaraan vastgebouwde woningen te zien. En er is een voormalig religieus deel waar eerst een klooster stond en later een burcht omheen gebouwd werd. Ook op het burchtplein tref je weer mooie huizen aan. Zeer de moeite waard, je kunt er met gemak een dag doorbrengen.

Op het programma

Ondanks dat we hier zo vaak komen, hebben we een hoop nog niet gezien. Dat komt natuurlijk voornamelijk omdat langlaufen de hoogste prioriteit heeft. We rijden elk jaar langs Northeim en dan zeggen we ieder jaar "moeten we toch eens een keer gaan bekijken". Maar daar komt het dus niet van. Op het nog-te-doen lijstje staan verder nog Hildesheim en Göttingen. Beide plaatsen liggen eigenlijk net iets te ver weg. Maar ach, misschien komen ze in de komende twintig jaar aan bod...